Tekstgrootte
In 1815 bezat Blaricum al een school. In het hele Gooi waren het er toen nog maar negen in totaal. Ons dorp telde toen 700 inwoners en 53 kinderen; 21 jongens en 32 meisjes. Zij volgden een soort van onderwijs in een klein schooltje. Het gebouwtje is er nu nog en staat aan het Achterom nr.1. Erachter was een witgepleisterde aanbouw van ongeveer 21 vierkante meter, waar het onderwijs gegeven werd. De leerlingen moesten wel goed stil zitten, want veel bewegingsvrijheid was er niet.
Het gebouwtje voldeed dus maar minimaal aan de summiere eisen uit die tijd. De 'Heren Schoolopzieners' vonden dat er naarstig gezocht moest worden naar betere schoolruimte. Het kwam vaak voor dat het zo vochtig was dat het water van het schoolbord afdroop. De sanitaire voorzieningen bestonden uit een 'poepdoos', wat de atmosfeer ook niet bepaald voordelig beïnvloedde. Er werd lesgeven door Jacob Doets, geboren in 1766, overleden in 1852 in Blaricum. Hij was naast schoolmeester, ook nog gemeentesecretaris, diaken van de Nederlandse Hervormde Kerk en voorzanger en koster. We mogen gerust zeggen dat deze Jacob Doets de grondlegger van het onderwijs in ons dorp is. Zijn opvolger is een zekere Klaas de Ruiter, hij wordt bijgestaan door een kwekeling, Adrianus v.d. Grift.
In 1840 werd er een begin gemaakt met de bouw van een nieuwe school. Deze werd gebouwd op de plaats waar nu het dorpshuis 'Blaercom' staat. De oppervlakte van de leslokalen bedroeg 68 vierkante meter. Het enthousiasme onder de bevolking is niet groot voor het onderwijs. Er is sprake van veel schoolverzuim en van de honderd leerlingen maken er maar ongeveer vijf de school echt af. Het analfabetisme is dan ook groot in Blaricum. Omdat er nog geen schoolplicht bestond, stond men machteloos tegenover dit probleem. Ingegeven door de dan heersende armoede, vond men werken belangrijker dan leren in dit dorp. Daar stond Blaricum trouwens niet alleen in. Pas in 1900 werd, met een nipte meerderheid in de Tweede Kamer, de leerplicht ingevoerd. Hoofdonderwijzer in Blaricum, sinds 1852, was H.B. Tikkel. Deze wordt in 1906 opgevolgd door A.B. Veldhuis, die er dan al twaalf jaar als leerkracht actief is. Als onderwijzer wordt aangesteld: L.A. van Gils. Beide onderwijzers hebben decennia lang veel betekend voor de Blaricumse gemeenschap. Hierover in een van de volgende nummers meer.
In 1920 komt er een nieuwe wetgeving op het lager onderwijs; er mogen bijzondere scholen gesticht worden. Blaricum was voor het overgrote deel katholiek. L.A. van Gils werd benoemd als hoofd van de St. Bernardusschool en 80% van de kinderen volgden hem naar de school op de Kerklaan.Meester Veldhuis hield op zijn (openbare) school nog maar zestien leerlingen over, verdeeld over zes klassen. Dat er toen veel van zijn talenten werd gevraagd, behoeft geen verdere uitleg. Maar hij deed dat met verve. Over die tijd zei hij zelf: "De school is mij nog nooit zo lief geweest als de laatste jaren". Het aantal leerlingen groeide gestaag en bereikt al snel weer het aantal van 40 kinderen. Gelukkig kwam juffrouw Wagenvoort hem assisteren. Zij is jaren verbonden geweest aan het openbare onderwijs in Blaricum. Het aantal leerlingen bleef maar groeien en men kreeg weer te maken met ruimtegebrek. In 1934 nam meester Veldhuis afscheid van het onderwijs en werd opgevolgd door meester G.F. Kranen. Deze betrok enkele jaren later de woning Dorpsstraat 2 en Veldhuis verhuisde naar Dorpsstraat 8. Er zijn voor de oorlog al plannen om een nieuwe school te gaan bouwen, maar deze kunnen pas zes jaar na de Tweede Wereldoorlog gerealiseerd worden.
De openbare school aan de Eemnesserweg is een voor die tijd zeer modern gebouw; ruime lokalen, brede gangen, geweldig gymlokaal en speelplaatsen. Kortom, een school op de toekomst voorbereid, dacht men in die tijd. Het leerlingenaantal blijft groeien en er wordt in het begin van de zestiger jaren lokalen bijgebouwd aan de Verbindingsweg-zijde. Meester Kranen ging in 1963 met pensioen. Tot in 1965 Piet Niks meester Kranen opvolgt als hoofd, zijn er twee schoolhoofden geweest die, deze periode overbrugd hebben. Eén daarvan was meester v.d. Pol. De school beleefd zijn hoogtepunt. In het begin van de zeventiger jaren wordt er een nieuwe kleuterschool, de 'Vlieghoek' gebouwd aan de Vliegweg. Dit, omdat de kleuterschool aan de Bierweg ook ‘uit haar jasje was gegroeid'. In 1985 wordt de Wet op het Basisonderwijs van kracht. Dit betekent ondermeer dat de kleuterscholen geïntegreerd moeten worden in de basisscholen. Hiervoor vindt half jaren tachtig een grote verbouwing plaats. In 1989 wordt Piet Niks opgevolgd door John Govers. Intussen werd het hoofd van de school ‘directeur’ genoemd. Onder het directeurschap van John Govers kwamen er gesprekken op gang om een gezamenlijke school te bouwen voor zowel katholiek als openbaar onderwijs. Een combinatie die dan al bijna dertig jaar goed werkt in de Bijvanck, waar zowel de openbare, katholieke en protestants-christelijke, onder één dak onderwijs genieten, gebruikmakend van gezamenlijke faciliteiten en van elkaars kennis en kunde. Het scholencomplex in het dorp is nu alweer elf jaar in gebruik.
Bron: onder andere. Mededelingenbladen HKB mei 1988 en februari 1990
Frans Ruijter